De consument stelt in een recente Kifid zaak dat de ING Bank N.V. (h.o.d.n. WestlandUtrecht Bank), hem ten onrechte verplicht een adviseur in te schakelen teneinde zijn hypotheek aan te passen, terwijl dat volgens de consument niet nodig is. De bank heeft zich hiertegen verweerd door te stellen dat dit een ingrijpende wijziging betreft, waarvoor advies vereist is. De commissie oordeelt in lijn met eerdere uitspraken dat de bank op grond van de haar toekomende beleidsvrijheid bij een substantiële wijziging van een hypothecaire geldlening hypotheekadvies verplicht mag stellen. De commissie oordeelt dat de klacht ongegrond is en wijst de vordering af.
Op 27 september 2005 heeft de bank op verzoek van een door de consument en zijn echtgenote ingeschakelde onafhankelijke hypotheekadviseur (hierna: de adviseur) een offerte aan de consument uitgebracht ter zake een hypothecaire geldlening met een looptijd 30 jaar in de vorm van een zogenaamde ‘Flexfund Hypotheek’ ter grootte van € 263.000,-. Deze offerte is door de consument op 5 oktober 2005 geaccepteerd. Op 9 januari 2016 is de hypotheekakte gepasseerd.
De Flexfund Hypotheek is een beleggingshypotheek, waarbij er belegd wordt in beleggingsfondsen om vermogen op te bouwen voor de aflossing van de geldlening. De beleggingsrekening worden aangehouden bij Nationale-Nederlanden Bank N.V. (voorheen WestlandUtrecht Effectenbank N.V.) op basis van execution only dienstverlening. In de offerte is opgenomen dat op basis van een rekenrendement van 8,0%, een eenmalige inleg bij aanvang van de geldlening van € 6.500,- en een maandelijkse inleg van € 130,85 het einddoel van de consument € 104.749,19 is.
De consument stelt zich op het standpunt dat het onredelijk is dat de bank advies verplicht stelt voor de wijziging van zijn bestaande geldlening. De consument heeft zelf al het voorbereidende werk gedaan. De consument wil het saldo van de beleggingsrekening (circa € 22.000,-) aflossen op de geldlening en dan maandelijks € 100,- (in plaats van € 50,-) storten op de beleggingsrekening, waarbij niet meer belegd wordt. Omdat dit een eenvoudig verzoek is, dient de bank hieraan te voldoen zonder de nodeloze eis van een verplicht advies.
Verder stelt de consument zich op het standpunt dat de hypotheekconstructie een slecht product was en dat de beleggingen niet gebracht hebben wat hem werd voorgehouden. Hij voelt zich misleid en hij heeft geen enkel vertrouwen meer in het beleggen bij NationaleNederlanden Bank. De consument vordert dat de bank hem de mogelijkheid biedt om zijn geldlening aan te passen, zonder advies van een adviseur.
De commissie dient de vraag te beantwoorden of de bank de consument mag verplichten zich te wenden tot een adviseur voor een wijziging van zijn geldlening. De consument vindt dit onnodig en heeft gesteld dat zijn verzoek eenvoudig is en door de bank zonder daaraan
voorwaarden te stellen zou moeten worden uitgevoerd.
Het behoort in beginsel tot de beleidsvrijheid van de bank om te bepalen of en onder welke voorwaarden zij een overeenkomst van hypothecaire geldlening met klanten, in dit geval de consument en zijn echtgenote, aangaat. Als uitgangspunt stelt de commissie voorop dat de bank op grond van haar beleidsvrijheid bij een (substantiële) wijziging van een hypothecaire geldlening advies verplicht mag stellen (Kifid GC 2015-277, 2016-491, 2017-331, 2019-276 en 2020-687). Als de wijziging van een bestaande overeenkomst zo ingrijpend is dat van de oorspronkelijke lening nagenoeg niets meer resteert en men net zo goed naar een andere aanbieder had kunnen gaan, staat het de bank vrij om een advies verplicht te stellen. Daarbij is niet relevant of er nu sprake is van een nieuwe geldlening of een aanpassing van een bestaande geldlening. Alleen bij wijzigingen van ondergeschikte aard mag hypotheekadvies niet verplicht worden gesteld.
Gelet op het voorgaande zijn er onvoldoende juridische aanknopingspunten voorhanden de bank te verplichten de consument tegemoet te komen. De vordering dient te worden afgewezen.
Bron: Q Scheidingsadviseurs